de telegraaf bezorger.

Ik was dertien of veertien jaar oud en wilde een centje bijverdienen. Via een tip kwam ik op de Oudegracht 203 terecht, daar waar nu stripwinkel Blunder zit. Dat was toen het een depot van de Telegraaf. Ze zochten daar bezorgers voor de Telegraaf en ik zocht een baantje. Eén en één is twee, dus ik daar naar binnen. Achter een tafel waar ‘s nachts de kranten werden gesorteerd, zat een grote dikke man met een rood hoofd. ‘Wat kom je doen’, vroeg hij een beetje nors.
‘Ik wil graag wat bijverdienden als krantenbezorger’, antwoordde ik. ‘Hoe oud ben jij’, vroeg hij. ‘Zestien’, loog ik. Hij pakte pen en papier en noteerde mijn gegevens. ‘Je kan als je wilt maandag beginnen’, zei hij. ‘Dat is mooi’, antwoordde ik, ‘maar wat ga ik verdienen?’. ‘Je krijgt een kwartje per krant per week en deze wijk heeft ongeveer 200 abonnees’, legde hij uit. ‘Dus je verdient ongeveer vijftig gulden per week’.

Van zulke bedragen kon ik alleen maar dromen en ik antwoordde dat ik maandag wel kon beginnen. ‘Je moet zorgen voor een goede fiets met bagagedrager’, commandeerde hij. ‘Die heb ik wel’, zei ik. ‘En je moet hier vóór vijf uur in de morgen aanwezig zijn’, kwam er nog achteraan. Kolere dacht ik,daar had ik even niet bij stil gestaan, maar het vooruitzicht van die vijftig gulden maakte alles goed.

Die maandag was ik al om vier uur aanwezig. ‘Jij bent mooi op tijd’, zei de dikke man, die als bijnaam die Rooie had. Die Rooie legde me uit waar de pakken met kranten moesten worden gepakt en hij telde ze voor mij uit. ‘Vanaf morgen moet je dit zelf doen jochie’ De kranten gingen in de tas achterop de fiets en ik kreeg een lijst met straatnamen en huisnummers mee van de Telegraaf abonnees.

Ik kon gelukkig op de Oudegracht beginnen dat scheelde toch een hoop gezoek bleek later, want wist ik veel waar de Jacobsgasthuissteeg, de Zwaansteeg, de Zilverstraat enzovoorts lagen.
Daar was ik toen nog even de nodige uurtjes mee zoet en om half negen was ik pas klaar. Ik ging me even melden, die Rooie keek op en zei:  ‘Dat heb je vlot gedaan voor de eerste keer en ik heb nog geen klachten ontvangen’. Uiteraard was ik te laat voor school, dus besloot ik deze dag maar een welverdiende vrije schooldag op te nemen.

Na verloop van tijd kreeg ik het wereldje van bezorgen goed door. Tegen november zorgde ik ervoor dat ik een krantenwijk of vier had, want dat leverde met oud en nieuw flinke bedragen aan nieuwjaarsfooien op. Ook had ik snel door dat dronken gasten in de binnenstad flink voor je krantje wilde betalen. Op vrijdag en zaterdag telde ik altijd een krantje of 20 teveel af. Die Rooie lette toch nooit op. Op vrijdag- en zaterdagnacht werd je dan altijd een paar keer aangesproken: ‘Hé jochie, heb je een krantje over voor mij?’. Waarop ik steevast antwoordde: ‘Heb jij dan een knaak over voor mij?’.
Een krant koste toen ongeveer een gulden. Maar die dronken gasten gaven grif een knaakie voor de krant. Zo scharrelde ik al snel een extra weeksalaris erbij.
Een nadeel was het politiebureau aan het Tolsteeg. Regelmatig werd ik aangehouden met de vraag hoe oud ik was. Ik loog altijd dat ik zestien was. Ik wist natuurlijk dat zij het moeilijk konden controleren, er was in die tijd natuurlijk geen legitimatieplicht. ‘Dan gaan we je ouders maar eens bellen’, zeiden ze dan. Ik blufte daar dan overheen met ‘Daar zal die ouwe van mij blij mee zijn als je hem ‘s morgens om een uur of vijf gaat bellen, je bent de derde al deze maand’, loog ik dan verder. De agenten antwoordden dan dat ze later op de dag wel zouden gaan bellen, maar dat gebeurde natuurlijk nooit. Het vervelende was dat dat ‘gezeur’ mij altijd weer minimaal een kwartier van mijn tijd kostte, waardoor ik weer te laat in de klas verscheen.

In de binnenstad had ik ook wel eens te maken met agressiviteit. Ik was een keer in een steeg aan het bezorgen, komt er een vent schreeuwend aanlopen, katlam was hij. ‘Hé!’, riep hij, ‘geef mij eens een krant’. Ik voelde al nattigheid en had mijn kettingslot al van mijn fiets losgemaakt.
Dat was zo’n stalen ketting met een groot Abus slot eraan. Hij bleef schreeuwen en dreigde mijn kranten in de fik te steken,  wanneer ik geen krant aan hem wilde geven. Ik antwoordde dat ik een knaak voor die krant moest hebben en dat hij anders lekker de kolere kon krijgen. De man werd vreselijk kwaad en begon tegen mijn fiets te schoppen. Ik bedacht mij geen seconde en sloeg de ketting met aan het eind het Abus slot tegen zijn dronken kop aan. Hij lag gelijk een paar meter verderop op de grond met een vreselijke koppijn. Ik pakte mijn fiets en ging er snel vandoor. Daar was ik ook weer vanaf dacht ik. Maar die zatlap deed aangifte bij de politie en ik werd vervolgens van school weggeplukt en naar het politiebureau gebracht. Daar kwam natuurlijk aan het licht dat ik geen zestien was en kon ik mijn krantenwijkjes gedag zeggen.
Verder had dit akkefietje geen gevolgen voor mij. Die Rooie baalde dat hij mij kwijt raakte als bezorger, maar vond het ook vervelend voor mij dat ik mijn baantje kwijt was. ‘Ik heb al een collega van een ander depot voor je gebeld’, zei hij, ‘Je kan daar zo beginnen’. Dat was in de Waalstraat daar heb ik nog de nodige jaartjes als krantenbezorger gewerkt.

Elke morgen de Telegraaf bezorgen
Dat was vroeg opstaan elke dag vier uur in de morgen
Op mijn fietsie naar de Oudegracht
Daar lagen de kranten die rond moesten worden gebracht

De teveel afgetelde kranten werden voor een knaak verkocht
De rest werd dan weer netjes op het juiste adres bezorgd
De politie moest regelmatig naar mijn leeftijd raden
Er werd ten einde raad gedreigd naar huis te bellen

Moet je doen joh, om vijf uur in de morgen
Die ouwe van mij zal je dan een mooie scheldserenade bezorgen
Zo blufte ik ze regelmatig af ‘die wouten’
Ze belden toch niet naar mijn ouders en ik ging weer vrolijk verder met bezorgen van mijn kranten

Soms kreeg ik te maken met geweld
Maar met een ketting kreeg ik de grootste dronkaard geveld
Jaren vroeg op voor het bezorgen de kranten
Want die kranten bezorgden mij weer vele centen

Heb je genoten van dit verhaal, lees mijn boek dan eens. De opbrengsten van het boek gaan naar de YWC KLINIEK. 
Het boek is te bestellen op:

https://www.boekenbestellen.nl/boek/toon-de-woordenbende/31401

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *